Intenties en Rituelen

24 aug. 2015; Intenties en Rituelen
Sri Lanka. Niet gewend aan de tropische hitte. Het is zondag, en extra druk bij deze Boeddha tempel. Ik sta in een rij mensen om een offer te kunnen brengen, in dit geval witte lelies, bij de Boeddha. Daarna word er een gebed voor je gedaan en krijg je een wit lintje om. Terwijl je offert, je lelie of wat rijst en koekjes, maak je van binnen een intentie, een wens, voor iemand die je kent, of voor jezelf, de wereld. Meestal voor mensen om je heen, mensen die ziek zijn, lijden, voor moeilijke uitdagingen staan. Mensen bij wie je je betrokken voelt, waar je om geeft, van houdt, en die je sterkte, kracht, en heling toe wenst.

Het herinnert me ook aan enkele katholieke rituelen. Als ik examen deed bijvoorbeeld, stak mijn moeder een kaarsje aan bij de Heilige Maagd Maria, die bij ons onder een glazen stolp stond, pal naast Jezus aan het kruis. Ik ben streng katholiek opgegroeid. Op die leeftijd deed het me niet zoveel, ik zag alleen het kerkelijke instituut dat als dwang gebruikt werd in de opvoeding. Vele jaren later ontroert dit ritueel, dit gebaar, wel of niet gekoppeld aan religie mij. Je hoeft niet te geloven om de waarde er van in te zien. Toen mijn moeder ging overlijden, wilde ze graag dat de pastoor haar het laatste Oliesel kwam brengen. Op dat moment ben ik dit ritueel intens gaan waarderen. Ze wilde van ons nog geen afscheid nemen, want immers ze was er nog. Dat was lastig, want te veel tederheid en gevoelens wilde ze niet. Hoe vorm te geven aan afscheid, aan liefde, als je het samen niet gewend bent? Het zou zo jammer zijn als ze opeens van ons weg zou glijden zonder écht afscheid te hebben genomen?

Het is nu 2 jaar geleden dat ze overleden is, en dit ritueel blijft me heel erg bij.
Deze goede man hield eerst een algemeen praatje, terwijl al haar kinderen, kleinkinderen en schoonfamilie aan haar bed stonden. Dit praatje bestond er uit dat hoe de komende tijd ook zou gaan, wij haar bleven zien zoals ze was, zoals ze wilde zijn en niet zoals ze werd als haar lichaamsfuncties achteruit zouden gaan. Ik kon zien hoeveel haar dit deed. Toen vroeg hij iedereen een kruisje op haar voorhoofd te zetten met je duim, om haar weg te zegenen (die zich van ons zou gaan scheiden). Hierin kon je ook je liefde leggen, en haar laten voelen wat zij voor je betekent had. Zo sprak hij ook de zegen over ons uit, vanuit haar als moeder. Ze had 12 kinderen gebaard en die kinderen hadden haar weer kleinkinderen geschonken. Wij allen hadden ons leven aan haar te danken. Daar werd ik wel stil van als ik zo de ziekenhuiskamer rond keek en al die mensen zag staan, dankzij haar waren we hier!
Eén voor één schuifelde we naar voren , waarin ik kon zien dat iedereen respectvol zijn of haar kruisje op haar voorhoofd plaatste en haar vervolgens kuste, knuffelde of haar hand aanraakte. Het werd steeds stiller, de ruimte gevuld met verdriet, maar ook met steeds meer liefde. Ik heb mijn moeder nog nooit zoveel zien huilen. Die tranen droegen zoveel verdriet, wie weet van hoeveel jaren, van welke herinneringen. Haar onrust van de dagen ervoor verdween, haar angst verdween, het leek of ze geheeld werd. Haar gelaat werd zacht.  Ik kon ook mijn gevoelens en liefde er in kwijt.
Ik had al wel geleerd mijn moeder te kunnen zeggen dat ik van haar hield, en zij kon dit op haar manier ook uiten, maar ergens blijven die duidelijke grenzen van die opvoeding voelbaar. Het gaat niet zo natuurlijk, generaties van patronen zijn hierin opgeslagen. Bovendien zag ik ook mijn broers en zussen, neven en nichten hun liefde zichtbaar uiten, dat deed mij goed.
Voor dat ene moment vielen die grenzen weg. Ik voelde me heel erg verbonden, in liefde, met mijn moeder en met elkaar.
Ik weet niet of de anderen dat allemaal ook zo ervaren hebben, maar ik weet zeker dat er liefde was in de lucht. Ik kon het proeven.
Even een anekdote. In die stilte, die serene stilte na het ritueel, die minstens 5 minuten duurde, richtte mijn moeder zich plots tot haar oudste zoon en zei; “Pak eens de portemonnee, die man werkt ook niet voor niets”. Een daverende lach en ontlading volgde, mijn moeder was weer een Brabantse nuchtere boerin.  We dachten dat het niet meer zo lang zou duren voordat ze zou overlijden, maar na dit ritueel bleef ze nog 5 maanden leven, vanuit haar bed in haar eigen huis. Toeval?

Toen ik daar in Sri Lanka mijn offers bracht, voor vrienden, familie, mensen bij wie ik me betrokken voel in hun leed, voelde ik daar weer iets van. Ik wil iets betekenen, ik doe wat ik kan, ik laat mijn liefde merken en ik uit mijn liefde, en uiteraard is het nooit genoeg. Het lot, dragen mensen zelf, een hand bij het sterven gaat tot aan ‘de brug’, je kan niet mee. Je kan hun lot niet dragen, en dat is soms zo pijnlijk en zo lastig, die onmacht.
Aan welke kant je ook staat, diegene die graag meer zou willen betekenen of doen, de pijn van de ander moet verdragen, of diegene die het lot draagt, die pijn heeft, de angst, de grote uitdaging. Het maakt niet uit, het leven geeft ons hoe dan ook allebei de kanten van deze medaille, vroeg of laat.
De rij was lang, ik had alle tijd om aan al die mensen te denken die ik kende, privé en ook via mijn werk. Ik voelde hoe mijn hart zich vulde met liefde en mededogen. Ik had zelfs nog tijd om te denken aan al die mensen die ik niet ken, kinderen in oorlog, mensen in armoede, de zwerfhonden hier op straat die mijn hart gestolen hadden en ook aan de mensen die overleden zijn. In mijn hart kwam vrede en dankbaarheid. Om te leven. Maar ook om de mogelijkheid die wij hebben als mensen. Hoe diep, hoe groot pijn ook kan zijn; als er liefde stroomt, in en om jou heen, raakt die liefde jouw pijn aan. Op dat ene moment, verandert er iets. Het is magisch..

Of al die mensen iets merkten van mijn intenties en gebaar, weet ik uiteraard niet. Ik weet wel dat die liefde die ik voelde, mij aan raakte. Dat voelde ik nog zo toen ik thuis kwam na deze vakantie. Ik voelde het toen ik met meer aandacht mijn ritueel verplaatste naar het maken van een pan soep voor een vriend met zijn gezin. Een gezin in pijn. In die soep zat wat van maggi, maar zeker ook van al mijn liefde en intenties.
Waarschijnlijk krijgt een ritueel ook zoveel waarde, omdat we er hart en aandacht aan geven. Het wordt ons makkelijker gemaakt door dit ritueel. Het dagelijkse leven met meer aandacht leven, en er liefde, hart en aanwezigheid in brengen, is volgens mij religie. Aangezien dat zo moeilijk is voor ons mensen, in de sleur en waan van alledag en in al onze pantsering, kan religie, rituelen, meditaties een ontzettende steun zijn.

Ayubowan!
-handen gevouwen voor het hart-  (Singalees),
Betekent; dat het je goed mag gaan!

Dank je voor het lezen.

José